Onderhoud en reiniging

Reinig de behuizing van de zuiger af te toe met een vochtige doek.

Reinig vervuilde laadcontacten met een droge doek.

Reinig het stofreservoir (6) na elk gebruik om de optimale prestaties van de zuiger te behouden.

  • Houd de zuiger boven een geschikte afvalbak.
  • Druk op de ontgrendelingstoets (7) om de afvoerklep (8) te openen.
  • Schud het stofreservoir (6) uit.
  • Sluit de afvoerklep (8) zodanig dat deze hoorbaar vastklikt.
  • Maak indien nodig het grofvuilfilter (1) leeg en reinig de Rotational-Airflow-eenheid (17) en het filter (16).

  • Draai het grofvuilfilter (1) tot aan de aanslag in richting en pak deze uit het stofreservoir (6).
  • Schud het grofvuilfilter en het stofreservoir boven een geschikte afvalbak uit.
  • Steek het grofvuilfilter (1) in het stofreservoir (6) en draai dit tot aan de aanslag in richting .

  • Houd de zuiger zoals afgebeeld iets omlaag, zodat bij het openen van de zuiger het stof niet uit het stofreservoir kan vallen.
  • Druk op de ontgrendelingstoets (2) en neem het stofreservoir (6) van het motorhuis (5) af (zie afbeelding E1).
  • Pak de filtergrepen (15) vast en trek de Rotational-Airflow-eenheid (17) met het filter (16) uit het stofreservoir (6) (zie afbeelding E2).
  • Schud het stofreservoir (6) en de Rotational-Airflow-eenheid (17) boven een geschikte afvalbak uit (zie afbeelding E3).
  • Plaats de Rotational-Airflow-eenheid (17) met het filter weer in het stofreservoir (6).
  • Duw de vergrendelingslip (18) naar boven en pak het filter (16) weg (zie afbeeldingen F1F2).
  • Klop het filter licht op een stevige ondergrond uit om het stof los te maken. Vervang een beschadigd filter.
  • Plaats het gereinigde filter (16) in de Rotational-Airflow-eenheid (17).
  • Hang het stofreservoir (6) onder in het motorhuis (5). Laat het stofreservoir onder lichte druk hoorbaar in het motorhuis vastklikken.

Om zuiger en zuigaccessoires plaatsbesparend op te bergen, kunt u de wandhouder (19) (accessoire) gebruiken.

Voor een optimale zuigcapaciteit maakt u regelmatig stofreservoir (6) en grofvuilfilter (1) leeg en reinigt u regelmatig Rotational-Airflow-eenheid (17) en filter (16).

Controleer bij onvoldoende zuigcapaciteit:

  • Is het stofreservoir (6) vol?
    ▷ Maak het stofreservoir leeg.
  • Is het grofvuilfilter (1) dichtgelopen met vuil?
    ▷ Maak het grofvuilfilter leeg.
  • Zijn de Rotational-Airflow-eenheid (17) of het filter (16) dichtgelopen met stof?
    ▷ Reinig de Rotational-Airflow-eenheid en het filter.
  • Is de capaciteit van de accu (4) te gering?
    ▷ Laad de accu op.

Als de zuigcapaciteit daarna niet wordt bereikt, neem dan contact op met de Bosch-klantenservice.