Ingebruikname afstandsbediening

Zolang batterijen met voldoende spanning in het batterijvak aanwezig zijn, blijft de afstandsbediening gereed voor gebruik.

Om de afstandsbediening te activeren, drukt u op een willekeurige toets van de afstandsbediening. De status van de assen op de rotatielaser wordt opgevraagd en verschijnt in de statusaanduidingen (33) en (34) op de afstandsbediening.

Zo lang de statusaanduidingen branden wordt telkens als er weer op een toets op de afstandsbediening wordt gedrukt, de betreffende instelling op de rotatielaser gewijzigd. Het oplichten van de aanduiding signaalverzending (32) op de afstandsbediening geeft aan dat er een signaal werd verzonden.

Om energie te besparen, wordt de afstandsbediening na korte tijd gedeactiveerd en de statusaanduidingen (33) en (34) verdwijnen weer.

In- en uitschakelen van het meetgereedschap met de afstandsbediening is niet mogelijk.