Ingebruikname

Voor het inschakelen van het elektrische gereedschap schuift u de aan/uit-schakelaar (3) naar voren, zodat op de schakelaar I verschijnt.

Voor het uitschakelen van het elektrische gereedschap schuift u de aan/uit-schakelaar (3) naar achter, zodat op de schakelaar 0 verschijnt.

De nulspanningsbeveiliging voorkomt ongecontroleerd starten van het elektrische gereedschap na een onderbreking van de stroomtoevoer.

Voor de hernieuwde ingebruikname zet u de aan/uit-schakelaar (3) in de uitgeschakelde stand en schakelt u het elektrische gereedschap opnieuw in.

Het elektronisch zacht aanlopen begrenst het draaimoment bij het inschakelen en verlengt de levensduur van de motor.

Voor het veranderen van de kniprichting kunt u de matrijshouder (7) in drie 90° verspringende posities draaien. De kniprichting naar achteren (naar het huis toe) is niet mogelijk.

Voor het draaien van de matrijshouder (7) draait u de schroef (4) zo ver los, dat u de matrijshouder kunt draaien. Draai deze 90° ten opzichte van de lengteas rechtsom of linksom.

Let erop dat de schroef (4) in de boring van de matrijshouder (7) grijpt. Draai de schroef vast.