Verhelpen van storingen

Als een storing (bijv. filterbreuk) optreedt, dan moet de zuiger onmiddellijk uitgeschakeld worden. Vóór hernieuwde ingebruikname moet de storing verholpen worden.

Probleem	Verhelpen
Zuigturbine start niet.	Controleer netsnoer, netstekker, zekering, stopcontact en vulniveausensoren (14).
Zuigturbine start niet.	Zet de moduskeuzeschakelaar (4) op het symbool „On“ of schakel het op het stopcontact (5) aangesloten elektrische gereedschap in.
Zuigturbine schakelt uit.	Maak het reservoir (9) leeg.
Zuigturbine start niet meer na het leegmaken van het reservoir.	Schakel de zuiger uit en wacht 5 seconden, schakel deze na 5 seconden weer in.
	Reinig de vulniveausensoren (14) en de tussenruimte van de vulniveausensoren (14) met een borstel.
Zuigkracht wordt minder.	Verwijder verstoppingen uit zuigmond, zuigbuis , zuigslang (8) of harmonicafilter (12).
	Vervang de stofzak (11).
	Breng het bovenstuk van de zuiger (3) correct aan en sluit de sluitingen (10).
	Vervang de harmonicafilter (12).
Stoflekkage bij het zuigen	Controleer de correct inbouw van de harmonicafilter (12).
Stoflekkage bij het zuigen	Vervang de harmonicafilter (12).
Automatische uitschakeling (nat zuigen) spreekt niet aan.	Reinig de vulniveausensoren (14) en de tussenruimte van de vulniveausensoren (14) met een borstel.
Automatische uitschakeling (nat zuigen) spreekt niet aan.	Bij elektrisch niet geleidende vloeistoffen of bij schuimvorming werkt de automatische uitschakeling niet. Controleer voortdurend het vulniveau.