Aanwijzingen voor ‌werkzaamheden

Het referentiepunt voor het uitlijnen van tegels is het snijpunt P van de laserlijnen direct vóór het meetgereedschap. Om een hoek over te brengen, moet het meetgereedschap op dit snijpunt worden gedraaid (zie afbeelding F).

Met behulp van de uitlijnplaat (11) kunt u het meetgereedschap ook op een ongelijke of losse ondergrond vlak plaatsen.

De uitlijnplaat (11) is eveneens geschikt als wandhouder voor het meetgereedschap. Bevestig de uitlijnplaat stevig op een muur of op een schuin oppervlak, bijvoorbeeld met gangbare schroeven, zodat de plaat niet kan wegglijden. Gebruik een waterpas om de uitlijnplaat vlak op het oppervlak aan te brengen.

Plaats het meetgereedschap op de uitlijnplaat: zet het meetgereedschap met de magneten (5) aan de onderkant op de uitlijnplaat (11). Het lijnenraster op de bovenkant van de uitlijnplaat helpt bij de nauwkeurige plaatsing van het meetgereedschap. Voor het overbrengen van hoeken van 90° of 45° legt u de uitlijnplaat tegen een referentierand of tegen een uitstekend gedeelte van de muur en plaatst u het meetgereedschap zoals afgebeeld op de bovenkant van de uitlijnplaat.

Het laserrichtbord (9) verbetert de zichtbaarheid van de laserstraal onder ongunstige omstandigheden en over grotere afstanden.

Het reflecterende vlak van het laserrichtbord (9) verbetert de zichtbaarheid van de laserlijn, door het transparante vlak is de laserlijn ook aan de achterzijde van het laserrichtbord te zien.

De laserbril filtert het omgevingslicht uit. Daardoor lijkt het licht van de laser voor het oog helderder.

  • Gebruik de laserbril (accessoire) niet als veiligheidsbril. De laserbril dient voor het beter herkennen van de laserstraal; deze beschermt echter niet tegen de laserstraling.
  • Gebruik de laserbril (accessoire) niet als zonnebril of in het verkeer. De laserbril biedt geen volledige UV-bescherming en vermindert het waarnemen van kleuren.