Automatische nivellering

Overzicht

Het meetgereedschap herkent vanzelf horizontale of verticale positie. Voor het wisselen tussen de horizontale en verticale positie schakelt u het meetgereedschap uit, plaatst het opnieuw in de juiste positie en schakelt het weer in.

Na het inschakelen controleert het meetgereedschap de horizontale of verticale positie en compenseert oneffenheden binnen het zelfnivelleerbereik van ca. ±8 % (±4,6°) automatisch.

Tijdens het nivelleren knippert de statusaanduiding (3) groen, de laser roteert niet en knippert.

Het meetgereedschap is klaar met nivelleren zodra de statusaanduiding (3) permanent groen brandt en de laser permanent brandt. Na voltooiing van het nivelleren start het meetgereedschap automatisch in de rotatiemodus.

Als het meetgereedschap na het inschakelen of na een positieverandering meer dan 8 % scheef staat, dan is nivelleren niet meer mogelijk. In dit geval wordt de rotor gestopt, de laser knippert en de statusaanduiding (3) brandt permanent rood.
Plaats het meetgereedschap opnieuw in de juiste positie en wacht het nivelleren af. Zonder opnieuw in de juiste positie plaatsen wordt na 2 minuten de laser en na 2 uur het meetgereedschap uitgeschakeld.

Als het meetgereedschap genivelleerd is, controleert het voortdurend de horizontale of verticale positie. Bij positieveranderingen wordt automatisch genivelleerd. Om foutieve metingen te voorkomen, stopt de rotor tijdens het nivelleren, de laser knippert en de statusaanduiding (3) knippert groen.

 Schokwaarschuwingsfunctie

Het meetgereedschap heeft een schokwaarschuwingsfunctie. Deze voorkomt bij positieveranderingen of trillingen van het meetgereedschap of bij trillingen van de ondergrond het nivelleren in veranderde positie en daarmee fouten door een verschuiving van het meetgereedschap.

Schokwaarschuwing inschakelen/activeren: Druk op de toets schokwaarschuwing (2). De aanduiding schokwaarschuwing (1) brandt permanent groen. De schokwaarschuwing wordt ongeveer 30 seconden na het inschakelen van de schokwaarschuwingsfunctie geactiveerd.

Schokwaarschuwing geactiveerd: Als bij een positieverandering van het meetgereedschap het bereik van de nivelleernauwkeurigheid overschreden of een sterke trilling geregistreerd wordt, dan wordt de schokwaarschuwing geactiveerd: het roteren van de laser wordt gestopt, de laserstraal knippert, de statusaanduiding (3) gaat uit en de aanduiding schokwaarschuwing (1) knippert rood.

De actuele gebruiksmodus wordt opgeslagen.

Druk bij geactiveerde schokwaarschuwing op de toets schokwaarschuwing (2) op het meetgereedschap of op de toets reset schokwaarschuwing (22) op de afstandsbediening. De schokwaarschuwingsfunctie wordt opnieuw gestart en het meetgereedschap begint met het nivelleren. Zodra het meetgereedschap klaar is met nivelleren (de statusaanduiding (3) brandt permanent groen), start het automatisch in de opgeslagen modus.

Controleer nu de positie van de laserstraal aan de hand van een referentiepunt en corrigeer de hoogte of uitlijning van het meetgereedschap eventueel.

Als bij geactiveerde schokwaarschuwing de functie niet door drukken op de toets schokwaarschuwing (2) op het meetgereedschap of op de toets reset schokwaarschuwing (22) op de afstandsbediening opnieuw wordt gestart, dan worden na 2 minuten de laser en na 2 uur het meetgereedschap automatisch uitgeschakeld.

Schokwaarschuwingsfunctie uitschakelen: Druk één keer op de toets schokwaarschuwing (2) of bij geactiveerde schokwaarschuwing (aanduiding schokwaarschuwing (1) knippert rood) twee keer. Bij uitgeschakelde schokwaarschuwing gaat de aanduiding schokwaarschuwing uit.

Aanwijzing: Met de afstandsbediening kan de schokwaarschuwingsfunctie niet worden in- of uitgeschakeld, maar alleen na het activeren opnieuw worden gestart.