Meetfuncties

Plaats de nivelleerlat altijd precies verticaal. Richt het uitgelijnde en gefocusseerde meetgereedschap op de nivelleerlat, zodat het dradenkruis op het midden van de nivelleerlat ligt.

Lees de hoogte op de nivelleerlat bij de middelste streep van het dradenkruis af.

In de afbeelding gemeten hoogte: 1,195 m.

Centreer het meetgereedschap boven het punt vanaf waar de afstand moet worden gemeten.

Lees de hoogte op de nivelleerlat bij de bovenste en onderste streep van het dradenkruis af.Vermenigvuldig het verschil van de beide hoogtes met 100 om de afstand van het meetgereedschap tot de nivelleerlat te krijgen.

In de afbeelding gemeten afstand:
(1,347 m–1,042 m) x 100 = 30,5 m.

Centreer het meetgereedschap boven het punt vanaf waar de hoek moet worden gemeten.

Richt het meetgereedschap op punt A. Draai de horizontale cirkel (10) met het nulpunt naar de afleesmarkering (9). Richt het meetgereedschap dan op punt B. Lees de hoek op de afleesmarkering (9) af.

GOL 20 D/GOL 26 D/GOL 32 D: in het voorbeeld gemeten hoek: 45°.

GOL 20 G/GOL 26 G/GOL 32 G: in het voorbeeld gemeten hoek: 45 gon.