Onderhoud en reiniging

Houd de tandstang (26) en de geleidingsvlakken van de boorkolom (20) altijd schoon.

Maak de booras (7) na het einde van het werk schoon. Spuit de booras en de boorkroon (8) af en toe met een corrosiewerend middel in.

Wanneer een vervanging van de aansluitkabel noodzakelijk is, dan moet dit door Bosch of een geautoriseerde klantenservice voor elektrische gereedschappen van Bosch worden uitgevoerd om veiligheidsrisico's te vermijden.

Glijgeleidingen bijstellen (zie afbeelding D)

Na verloop van tijd kunnen de glijgeleidingen (34) verslijten en treedt er speling tussen de glijgeleidingen en de boorkolom op. Om deze speling te verhelpen, moet u de glijgeleidingen bijstellen.

Draai de tien zeskantmoeren (35) allemaal met een steeksleutel (sleutelwijdte 13 mm) los. Draai vervolgens de stifttappen (36) gelijkmatig vast tot de speling geminimaliseerd is. Draai de tien zeskantmoeren allemaal weer vast.

De glijringen dienen pas vervangen te worden als de glijlaag (rode kleur) versleten is. Dit is het geval, wanneer de rode kleur verdwenen is en het dragermateriaal tevoorschijn komt. Er wordt aangeraden om de vervanging door een geautoriseerde klantendienst voor elektrisch gereedschap van Bosch te laten uitvoeren.