Modi

  • De zaagdiepte aanpassen aan de dikte van het werkstuk. Er dient minder dan een volledige tandhoogte onder het werkstuk zichtbaar te zijn.

Duw op de schuif (36) en stel de gewenste zaagdiepte (materiaaldikte + tandhoogte van het zaagblad) op de zaagdiepteverdeelschaal (10) in.

De zaagdiepte-aanduiding (7) geeft de zaagdiepte bij gebruik van een Bosch geleiderail aan. Bij het zagen zonder geleiderail moet bij de zaagdieptewaarde de dikte van een Bosch geleiderail worden opgeteld.

Plaats het elektrisch gereedschap op een vlakke ondergrond, zodat de voetplaat (8) volledig wordt ondersteund.
Draai de vleugelschroeven (13) en (16) los. Draai de zaag opzij. Stel de gewenste maat op de verdeelschaal (11) in. Schroef de vleugelschroeven (13) en (16) weer vast. Let op: Oefen hierbij geen kracht op de extra handgreep (4) of de zaag zelf uit. Als dit wordt genegeerd kunnen abusievelijk verschillende verstekhoeken met de vleugelschroeven (13) en (16) worden ingesteld. Hierdoor ligt de voetplaat (8) niet meer vlak op het oppervlak van de FSN-geleidingsrail.
Als u beide vleugelschroeven tegelijkertijd vastdraait, moet de zaag wellicht vanaf de onderzijde van de extra handgreep (4) worden ondersteund. Oefen ook hierbij geen kracht op de extra handgreep (4) of de zaag zelf uit, om verschillende instellingen te voorkomen.
Zijn de instellingen toch verschillend, draai dan beide vleugelschroeven (13) en (16) weer los. Stel de verstekhoek nogmaals in zoals hiervoor beschreven.

De zaag kan op een verstekhoek van –1° of +47° worden ingesteld. Druk hiervoor bij het draaien bovendien op de toets (14) voor een verstekhoek –1° of voor een verstekhoek +47°.

Opmerking: Bij verstekzaagsneden, is de snijdiepte minder dan de weergegeven waarde op de zaagdiepteschaalverdeling (10).

Aanwijzing: De maximale verstekhoek en de maximale zaagdiepte zijn optimaal afgestemd op het gebruik met een Bosch geleiderail.

Aanwijzing: Met de schroeven voor de fijnafstelling (48) en (49) kunt u de hoek voor de verstekzaagsnede weer instellen, bijv. na een schok.

Zagen zonder geleiderail: bij een zaagsnede van 45° zonder geleiderail mag de zaagdiepte op de zaagdiepteverdeelschaal (10) op niet meer dan 40 mm worden ingesteld om de hoeknauwkeurigheid en de zaagkwaliteit te waarborgen.

De zaagmarkering 0° (33) geeft de positie van het zaagblad bij een zaagsnede van 0° aan - bij gebruik met of zonder geleiderail.
De zaagmarkering 45° (32) geeft de positie van het zaagblad bij een zaagsnede van 45° aan - bij gebruik zonder geleiderail.

Aanwijzing: De invalpositie van het zaagblad in het werkstuk is bij gebruik van een geleiderail met behulp van de invalmarkeringen (35) te zien.