Aanwijzingen voor ‌werkzaamheden

  • Elke keer wanneer u zaagt, moet u eerst controleren dat het zaagblad op geen enkel moment de aanslagrail, lijmklemmen of andere onderdelen van het gereedschap kan raken. Verwijder eventueel gemonteerde hulpgeleiders of pas deze op de juiste wijze aan.

Bescherm het zaagblad tegen schokken en stoten. Oefen geen zijwaartse druk op het zaagblad uit.

Bewerk geen kromgetrokken werkstukken. Het werkstuk moet altijd een rechte rand hebben om tegen de aanslagrail te leggen.

Zorg ervoor dat het directe werkbereik voldoende verlicht is.

  • Schakel hiervoor de verlichtingseenheid (34) met de schakelaar (35) in.

Een laserstraal geeft de zaaglijn van het zaagblad aan. Daardoor kunt u het werkstuk voor het zagen nauwkeurig in de juiste positie plaatsen zonder de pendelbeschermkap te openen.

  • Schakel hiervoor de laserstraal met de schakelaar (36) in.
  • Lijn uw markering op het werkstuk aan de rechterkant van de laserlijn uit.
  • Controleer vóór het zagen of de zaaglijn nog correct wordt aangegeven. De laserstraal kan bijvoorbeeld door de trillingen bij intensief gebruik versteld worden.

  • Ga niet op één lijn met het zaagblad vóór het elektrische gereedschap staan, maar altijd opzij van het zaagblad. Zo is uw lichaam beschermd tegen een mogelijke terugslag.
  • Houd uw handen, vingers en armen uit de buurt van het ronddraaiende zaagblad.
  • Kruis uw handen niet vóór de gereedschaparm.

Maximale werkstukken:

Horizontale verstekhoek

Verticale verstekhoek

Hoogte x breedte [mm]

95 x 150

45° (rechts/links)

95 x 90

45°

60 x 150

45° (links)

45°

60 x 60

45° (rechts)

45°

60 x 100

Minimale werkstukken (= alle werkstukken die met een lijmklem links of rechts van het zaagblad kunnen worden vastgezet):
200 x 40 mm (lengte x breedte)

Maximale zaagdiepte (0°/0°): 90 mm

De rode inlegplaat (24) kan na langer gebruik van het elektrische gereedschap slijten.

Vervang defecte inlegplaten.

  • Zet het elektrische gereedschap in de werkstand voor afkort-/verstekzaagmachine.
  • Draai de schroeven (49) er met een kruiskopschroevendraaier uit en verwijder de oude inlegplaat.
  • Plaats de nieuwe inlegplaat en schroef alle schroeven (49) weer vast.
  • Stel de verticale verstekhoek op 0° in en zaag een sleuf in de inlegplaat.
  • Stel vervolgens de verticale verstekhoek op 45° in en zaag opnieuw in de sleuf. Door deze procedure wordt bereikt dat de inlegplaat zich zo dicht mogelijk bij de tanden van het zaagblad bevindt zonder dit aan te raken.