Ingebruikname

Schuif voor de ingebruikname van het elektrische gereedschap de ontgrendelingshendel (6) naar voren en duw vervolgens de aan/uit-schakelaar (7) naar boven.

Om het elektrische gereedschap uit te schakelen laat u de aan/uit-schakelaar (7) los.

Met de twee toetsen voor de toerentalinstelling (3) kunt u het noodzakelijke toerental ook tijdens gebruik instellen. Het vereiste toerental is afhankelijk van het materiaal en de werkomstandigheden en kan door praktische tests bepaald worden.

LED's

[min–1]

Permanent licht 1 x wit

5000

Permanent licht 2 x wit

7500

Permanent licht 3 x wit

10.000

Permanent licht 4 x wit

12.500

Permanent licht 5 x wit

15.000

  • De nominale snelheid van het accessoire moet ten minste gelijk zijn aan de maximale snelheid die op het elektrische gereedschap staat vermeld. Accessoires die sneller draaien dan hun nominale snelheid, kunnen breken en uit elkaar springen.

De onderstaande tabel geeft een toelichting bij de mogelijke LED-aanduidingen (2).

Kleur

Toestand

Betekenis/oorzaak

Oplossing

Wit

Permanent licht
(1 x ... 5 x)

Toerentalinstelling

zie Toerentalinstelling (zie afbeelding B)

Groen

Permanent licht
(2 x ... 5 x)

Accu geladen

zie Accu-oplaadaanduiding

Geel

Permanent licht
(1 x)

Accu bijna leeg zie Accu-oplaadaanduiding

Accu binnenkort verwisselen of opladen

Knipperlicht
(5 x)

Kritische temperatuur is bereikt (motor, elektronica, accu)

Elektrisch gereedschap onbelast laten draaien en laten afkoelen

Rood

Permanent licht
(1 x)

Accu leeg zie Accu-oplaadaanduiding

Accu verwisselen of opladen

Knipperlicht
(5 x)

Elektrisch gereedschap is oververhit en schakelt uit

Elektrisch gereedschap laten afkoelen en weer inschakelen

Elektrisch gereedschap is geblokkeerd en schakelt uit

Blokkade verhelpen en elektrisch gereedschap weer inschakelen

Blokkering van uitgaande as is geactiveerd en elektrisch gereedschap schakelt uit

Blokkering van uitgaande as deactiveren en elektrisch gereedschap weer inschakelen

De Constant Electronic houdt het toerental bij onbelast en belast lopen vrijwel constant en waarborgt een gelijkmatige arbeidsvermogen.