Geheugenfunctie 
De waarde of het eindresultaat van elke afgesloten meting wordt automatisch opgeslagen. De laatste 10 waarden (meetwaarden of eindresultaten) worden opgeslagen. Als het geheugen vol is, wordt de oudste waarde overschreven. De oudste waarde bevindt zich op positie 1 in het geheugen, de nieuwste waarde op positie 10 (bij 10 beschikbare geheugenwaarden).
- Druk op de toets
om de aanduiding met geheugenwaarden te openen.
- De laatste waarde wordt weergegeven.
- Druk op de toets
of de toets
om door de opgeslagen waarden te bladeren.

Bovenaan op het display verschijnt het nummer van de geheugenwaarde en links het symbool van de bijbehorende meetfunctie. Als er geen waarde in het geheugen beschikbaar is, dan verschijnt onderaan op het display „0.000“ en bovenaan „0“.
Geheugenwaarden wissen
- Om de weergegeven waarde te wissen, drukt u op de toets
.
- Om alle opgeslagen waarden te wissen, drukt u op de toets
en houdt deze ingedrukt en drukt u kort op de toets
.

